A. Wat is Fysiologie?

1.
Fysiologie is de wetenschap die de functie van een organisme bestudeert; d.w.z. de werking van een lichaam.

2.
Het onderzoekt bijvoorbeeld hoe het hart klopt, of hoe de maag verteert of hoe de longen ademen.
3.
Het kan ook bestuderen hoe andere lichamen (= dieren) of planten of bacteriën functioneren.
4.
Op deze site zullen we ons houden aan het menselijk lichaam, wat ingewikkeld genoeg is!
B. Hoe beschrijft fysiologie het menselijk lichaam?
Oplopende niveaus in de fysiologie: van DNA tot het hele lichaam.
1.
Als fysioloog kijken we naar het menselijk lichaam op verschillende niveaus. Van heel klein tot heel groot (zie figuur). .
2.
Op het kleinste niveau kijken we naar de genen, moleculen, enzymen, hormonen die in en rond de cellen voorkomen

3.
Een belangrijke component op dit niveau is het celmembraan, dat de vloeistof die zich in de cel bevindt (het cytosol) scheidt van de vloeistof die zich buiten de cel bevindt (= de extracellulaire vloeistof).

4.
Het volgende niveau is de cel. Dit is de basiseenheid van het lichaam. In de cel bevinden zich verschillende soorten organellen (= kleine organen), zoals mitochondriën, een kern, enz. En dit alles is verpakt (omgeven) door het celmembraan.
5.
Op een hoger niveau bekijken we hoe cellen samenwerken, bijvoorbeeld in weefsels, zoals in spieren, in het hart of in de hersenen. Weefsels kunnen ook vloeistoffen zijn, zoals bloed of lymfe.

6.
Op het volgende hogere niveau kijken we naar groepen cellen en weefsels die een orgaan vormen, zoals het hart, de longen, de maag of de hersenen.

7.
Op het volgende hogere niveau kijken we naar orgaansystemen, zoals het circulatiesysteem dat het hart, de slagaders, aders, lymfevaten enz. combineert in één ‘systeem’.
8.
Andere orgaansystemen zijn het zenuwstelsel (hersenen, zenuwen enz.), de luchtwegen, het voortplantingssysteem, enz.
9.
Tenslotte bereiken we aan de top van deze hele piramide het niveau van het organisme, het hele lichaam, dat het totaal is van alle samengevoegde orgaansystemen.

10.
En dit hele lichaam is omgeven (verpakt) door weer een ander orgaan: de huid!

 

C. Waar past fysiologie bij?
1.
Fysiologie maakt deel uit van de medische wetenschappen.
2.
Sommige van deze wetenschappelijke vakken zijn basaal (basiskennis), terwijl andere meer toegepast (klinisch) zijn.
3.
Andere medische basiswetenschappen zijn Anatomie (die de structuur van het lichaam beschrijft) en Biochemie (die de chemische processen in het lichaam beschrijft).
4.
Klinische wetenschappen zijn zichtbaarder in het ziekenhuis, zoals cardiologie (wetenschap van het hart), chirurgie (snijden!), neurologie (wetenschap van de hersenen en zenuwen), enz.
D. Wie studeert fysiologie?
1.
Studenten die fysiologie studeren, zijn meestal studenten die een studie in de gezondheidszorg volgen; zoals verpleging, verloskundige, tandheelkunde, arts, enz.
2.
Als basiswetenschap zijn fysiologie, samen met anatomie en biochemie, de onderwerpen die de studenten het eerst gaan bestuderen.
3.
Later zullen andere vakken worden onderwezen, zoals farmacologie (studie van geneesmiddelen), pathologie (studie van ziekten), microbiologie (studie van virussen en bacteriën), enz.
4.
Ten slotte leren studenten specifieke onderwerpen in de verpleegkunde, of in de fysiotherapie, of voor arts, huisarts, cardioloog, neurochirurg, enz.
5.
Fysiologie wordt ook aan biologen onderwezen; om de functie van andere niet-menselijke organismen te bestuderen, zoals honden, runderen, bacteriën enz.
6.
En zelfs in de landbouw is er een behoorlijke hoeveelheid fysiologie zoals in planten, de functie van wortels, het ademen van bossen enz.
E. Wie beoefent fysiologie?
1.
Fysiologen zijn meestal te vinden op universiteiten of andere instellingen voor hoger onderwijs, waar mensen studeren om verpleegkundigen, artsen, enz. te worden.
2.
In sommige landen kan men studeren om fysioloog te worden, meestal in een afstudeer programma met een PhD (= Doctor in Philosophy); d.w.z. een promovendus.
3.
Je docent fysiologie zou dus kunnen promoveren op een fysiologisch onderwerp.
4.
Maar vaak hebben degenen die fysiologie onderwijzen een achtergrond in de biologie of in een andere specialisatie in de gezondheidszorg.
5.
In mijn geval heb ik eerst geneeskunde gestudeerd, tot basisarts. Maar toen ik klaar was, besefte ik dat ik het leuker vond om te onderwijzen en onderzoek te doen dan om patiënten te behandelen. Dus zo ben ik fysioloog geworden!
6.
Ja, fysiologen hebben vaak de mogelijkheid om onderzoek uit te voeren, om beter te begrijpen hoe een weefsel, een orgaan of een orgaansysteem werkt, in een normale of in een pathologische situatie, zoals een hartinfarct, een infectie, enz.
Veel studieboeken hebben de verschillende niveaus in de fysiologie beschreven, maar ik vond de beste beschrijving in het boek van Dennis Noble: “The Music of Life”, Oxford University Press, 2006.