A. De onderdelen van het ECG

1.

Om het ECG goed te begrijpen, moet u de normale geleiding van de impuls in het hart kennen en onthouden:
SA-knoop -> Atria -> AV-knoop -> Bundel van His -> Purkinje-weefsels -> Ventrikels.

(zie: B.3.2. Cardiale excitatie)

2.
Een typisch ECG bestaat uit een opeenvolging van golven. De normale golven worden de P-golf, de QRS-golf en de T-golf genoemd.

a) De P-golf is een weerspiegeling (= vertegenwoordigt) de depolarisatie van de boezems.

b) Het QRS-complex vertegenwoordigt de depolarisatie van de ventrikels.

c) De T-golf vertegenwoordigt de repolarisatie van de ventrikels.

4.
Omdat de boezems vóór de ventrikels depolariseren, zal de P-golf vóór het QRS-complex optreden.
5.

Bedenk dat de impuls vertraagd was in de AV-knoop (tussen de atria en de ventrikels). Dit is zichtbaar als een vertraging in het ECG; er zit dus enige tijd tussen het einde van de P-golf en het begin van het QRS-complex; het PQ-interval.

6.

Er is een tweede iso-elektrisch segment in het ECG; tussen het einde van de S en het begin van de T-golf. Gedurende deze periode zijn alle cellen in de ventrikels gedepolariseerd.

(iso-elektrisch = gelijk of gelijk potentiaal aan beide opname-elektroden).
B. Moeilijke dingen !!

1. Waar is de atriale repolarisatie op het ECG?

 

Het is er niet! Er is geen zichtbare atriale repolarisatie op het ECG. Dit komt omdat de amplitude van het ECG-signaal afhangt van de snelheid en de sterkte van het elektrische signaal in het hart. Iets dat heel snel is en veel weefsel prikkelt, zal een sterk signaal op het ECG laten zien. Een goed voorbeeld hiervan is het QRS-complex, omdat het een snelle depolarisatie van de dikke ventriculaire wand vertegenwoordigt.

2. Zwakke signalen zijn niet zichtbaar op het ECG:

 

Een zeer zwak signaal is niet zichtbaar op het ECG. Zo zijn de actiepotentialen die zich voortplanten in de sinusknoop (die vóór de P-golf plaatsvindt) en in de AV-knoop (die tussen de P-golf en het QRS-complex optreedt) te traag en te zwak om zichtbaar te zijn op het ECG.

3. Snelheid van excitatie in de boezems:

 In het atrium is de depolarisatie van het atrium vrij snel en hierdoor ontstaat de P-golf. Maar de repolarisatie van de boezems is veel langzamer en is daarom te zwak om op het ECG te zien.

(Herinner je je de langzame driehoekige vorm van de repolarisatie in de boezems?)

4. Snelheid van excitatie in de ventrikels:

 Iets soortgelijks gebeurt ook in de ventrikels. Daar is de depolarisatie erg snel (een van de snelste in het hart), maar de repolarisatie is langzamer (hoewel niet zo langzaam als in het atrium). Dat is de reden waarom de T-golf zwakker en meer verspreid is dan het QRS-complex.

5.
De T-golf is meestal groter dan de P-golf. Dit komt omdat er veel meer weefsel wordt gerepolariseerd (in de ventrikels) dan gedepolariseerd (in de boezems).
6.
Overigens noemen we de QRS een “complex” en geen golf omdat het eigenlijk uit drie aparte golven bestaat: “Q” “R” en “S”.
C. Enige pathofysiologie:
1.
 De reden waarom het ECG zo populair is, is omdat het zo goed vertelt wat er in het zieke hart omgaat.

2.

Het is je bijvoorbeeld misschien opgevallen dat de AV-knoop een vrij zwakke schakel is tussen de atria en de ventrikels. Wat zou er gebeuren als de impuls er langer dan normaal over deed om zich door de AV-knoop te verspreiden en de ventrikels te bereiken?

Antwoord: het PQ-interval zou langer zijn dan normaal. En dat is precies wat een cardioloog doet bij het analyseren van een ECG; de analyse bestaat uit het meten van intervallen zoals deze.

3.

 Bij sommige ziekten is de linkerventrikel dikker dan normaal (linkerventrikel-hypertrofie). Dit zou een sterkere depolarisatie veroorzaken en dus een hogere QRS-amplitude.

 

Er zit trouwens een fout in deze tracering! Kun je het zien?

(link: verkeerde T-golf)

(link: verkeerde T-golf)
4.
 Bij andere ziekten gebeurt het tegenovergestelde en sterven een deel van de ventrikels af (zoals tijdens een hartinfarct). Dit zal leiden tot een zwakker QRS-complex en een lagere amplitude.

 

(Merk op dat de T-golf nu ook kleiner is).
5.

Een andere reden waarom het ECG zo populair is, is dat het ook heel goed het ritme en de ritmestoornissen in het hart beschrijft. Wanneer het hart te snel (= tachycardie) of te langzaam (= bradycardie) klopt, is dit goed zichtbaar op het ECG. Vooral de tachycardieën zijn erg belangrijk omdat deze kunnen ontaarden in aritmieën (= ritmestoornissen), die een plotselinge dood kunnen veroorzaken.

Vorige slide
Volgende slide