B.5.3. De Capillairen – MCQ’s 1 Aangemaakt op juli 07, 2023 Door admin MCQ B.5.3. De Capillairen 1 / 4 Als de hydrostatische druk aan het begin van een capillair 25 mmHg is en aan het einde van dat capillair 15 mmHg, wat is dan hoogstwaarschijnlijk de druk halverwege dit capillair? 30 mmHg 25 mmHg 20 mmHg 15 mmHg 10 mmHg 2 / 4 Als de netto filtratiedruk aan het begin van een capillair +5 mm Hg is en aan het einde van het capillair -5 mm Hg, wat is dan hoogstwaarschijnlijk deze druk halverwege dit capillair? +10 mm Hg +5 mm Hg 0 mm Hg -5 mm Hg -10 mm Hg 3 / 4 In de microcirculatie in de dunne darm werden de volgende drukken gemeten: in de haarvaten een hydrostatische druk van 20 mm Hg en een oncotische druk van 10 mm Hg terwijl in de interstitiële ruimte een hydrostatische druk van 3 mm Hg en een oncotische druk van 15 mm Hg werd gemeten. Wat is in dit geval de netto filtratiedruk? +12 mm Hg +5 mm Hg +2 mm Hg -2 mm Hg -12 mm Hg 4 / 4 Bij ernstige ondervoeding kan ascites (=zwelling van de buik) optreden. Welke druk verwacht u in dit geval abnormaal te zijn? Hydrostatische druk in de haarvaten Hydrostatische druk in de interstitiële ruimte Oncotische druk in de haarvaten Oncotische druk in de interstitiële ruimte Zowel de hydrostatische druk als de oncotische druk in de haarvaten Je score is De gemiddelde score is 50% LinkedIn Facebook VKontakte 0% Quiz herstarten X